De wortels van het Belgisch Trekpaardras - in de volksmond het Brabants trekpaard of de Brabander - liggen in het Pajotse Vollezele. Door de opkomst van de industriële revolutie in West-Europa en Noord-Amerika was rond 1850 een grote vraag naar zware, sterke paarden met een betrouwbaar karakter. Dit om de zware machines en schepen te trekken. Handel en nijverheid floreerde dankzij de stoommachine, waarbij de paarden zouden instaan voor het transport en het aan- en afvoeren van grondstoffen. Ook in de landbouw werden zwaardere machines aangeboden om te ploegen, te zaaien, te oogsten of te maaien.
De stoeterijen van Vollezele

Er werd gezocht naar een paard dat sterk en braaf was. Daarom werden in de meeste landen van het huidige Europa kampioenschappen georganiseerd. Ook werden diverse rassen gekruist in de zoektocht naar het juiste trekpaard maar zonder veel succes. Het gewenste paard werd gevonden bij onze boeren. Dit omdat de boeren steeds geweigerd hadden hun paard te kruisen met de lichtere rassen van de cavalerie. Dit kwam omdat zij kweekten op basis van de vereiste eigenschappen dat hun paard nodig had om zijn of haar taken uit te voeren op de boerderij . Door dit gericht fokken, m.a.w. binnen de zuivere bloedlijn van een gekeurde trekpaardhengst, bleven rond 1850 slechts drie trekpaardbloedlijnen over.

België wenste een uniform type trekpaard om zo haar kansen op export te vergroten. Overal in België werd er gekweekt met de drie zuivere bloedlijnen met als resultaat: het gewenste trekpaard. Echter toen Brillant (van Haras de Vollezeele) in 1878 tijdens de wereldtentoonstelling in Parijs de eerste internationale prijs won, werd hij in België als DE STANDAARD of REFERENTIE uitgeroepen. Hij was het voorbeeld van alle trekpaarden. Zo werd ieder ander trekpaard op prijskampen en tentoonstellingen vergeleken met hem. Brillant werd uitgeroepen tot het eerste Belgische Trekpaard en zo werd het trekpaard een nationaal ras. Brillant behaalde na Parijs, de ene overwinning na de andere. Zo werd hij kampioen in 1879 te Londen en Lille, in 1880 kampioen te Brussel, in 1881 kampioen te Hannover en in 1884 kampioen te Gent en Amsterdam. Door het succes van Brillant en de befaamdheid van Haras de Vollezeele kwamen vele kopers naar Vollezele om er een Belgisch trekpaard te kopen. Door Brillant werd het Brabants trekpaard het meest gevraagde werkpaard en het grootste exportproduct van België.

Iedereen genoot mee van het succes van Brillant en al snel werden in Vollezele meer en meer Brabantse trekpaarden gekweekt en verhandeld. Door het succesverhaal van Haras de Vollezeele werd door Telesphore D'Hauwer samen met zijn vennoot Van Landuyt, een industrieel uit Geraardsbergen, de stoeterij D'Hauwer opgestart. Op de afbeelding zie je waar in het huidige Vollezele trekpaarden werden verhandeld: Haras de Vollezeele (1), Stoeterij Hof te Reepingen vanaf 1920 (2) en Stoeterij D'Hauwer (3) (later de Stallen van Dixhoorn genoemd). Merk hierbij op dat alle stoeterijen gevestigd waren in de Repingenstraat zodat de potentiële kopers het niet te ver moesten gaan zoeken.

Vollezele werd de spil van de handel in Belgische trekpaarden. Begin 20ste eeuw
werd het Belgisch trekpaard geëexporteerd naar heel Europa en de Verenigde Staten. De piek van deze handel
situeert zich tussen 1910 en 1939, toen kende België zo’n 250.000 in het stamboek ingeschreven trekpaarden.
Hiervan werden er jaarlijks zo’n 30.000 uitgevoerd. Zo werden in 1910 maar liefst 34.599 trekpaarden
uitgevoerd naar Rusland, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Italië, Zweden, Canada en Amerika. De totale
handelswaarde lag rond de 50.000.000 fr en was daarmee het belangrijkste product van België.
Het Belgisch of Brabants trekpaard kende toen zijn glorieperiode en zorgde voor
welvaart in de toenmalige agrarische sector.
Vollezeele, een klein pajots dorpje, zette zich op de kaart als
het centrum van de wereldhandel in trekpaarden!
Op de stoeterij Haras de Vollezele werden de klanten in de watten gelegd. Door de enorme toevloed van kopers was het onmogelijk
om de vele kopers te herbergen op Haras de Vollezeele. Daarom werd door de fam. Mersch op het Oudstrijdersplein een hotel opgestart.
Kapitaalkrachtige kopers werden verwend in prachtige hotels in en rond Ninove, Halle of Edingen.
Van hier werd de klant eerst met de koets opgehaald en later met de wagen om hem in Vollezele een rondleiding in de stallen van Haras de Vollezeele te geven.
Hierbij werd een selectie van hengsten/ruinen aan de koper gepresenteerd op de immense koer van Haras de Vollezeele.
Het moto van Haras de Vollezele is 'de klant is koning'. De klant moest tevreden terugkeren met zijn aankoop. Hoe dat
verkregen werd, zal u verteld worden bij een bezoek aan Haras de Vollezeele.
Mondelinge getuigen vertellen dat op Haras de Vollezeele 'den
champagne van den dorpel liep!' en er de 'grand crus’ onder de sigaren gerookt werden bij de
verkoop van een trekpaard. De betaalde bedragen voor een tophengst waren immers immens.
Na de aanleg van de buurtspoorweg Halle-Ninove ( de boerentram) en de
aansluiting met Brussel konden de bezoekers met het spoor tot in Vollezele reizen. Vanaf dan gebeurde het
vervoer van de verkochte trekpaarden via het spoor.

Wist je dat elk trekpaard zijn eigen stalknecht had? Deze was verantwoordelijk om dagelijks het paard uit te laten, met hem te wandelen, te voederen, te verzorgen (hoeven uitkuisen en kammen) en ook om hem/haar te presenteren bij mogelijkse verkoopmomenten, keuringen, prijskampen,... Boven hen stond de eerste stalknecht, die meer het werk coördineerde en rapporteerde aan de baas.

Op elk van de hoeves en stoeterijen in Vollezele werkten vele stalknechten, dagloners en dienstmeiden. In Vollezele werd sinds 1835 een lijst van de bewoners bijgehouden waarbij naast de geboortedatum, de geboorteplaats en de woonplaats ook het beroep vermeld werd.


De Vollezeelse hengstenfokkers waren belangrijke personen, die koninklijke belangstelling kregen. Zo werden ze op de nationale paardenwedstrijd van 1900 te Brussel persoonlijk gefeliciteerd door koning Leopold II (zie eerste foto bovenaan deze pagina). En in 1907 bezocht kroonprins Albert Haras de Vollezeele en Stoeterij D’Hauwer als waardering voor hun inzet en uitstraling op nationaal en internationaal niveau!
.


